Luchtgedreven membraanpompen

Werkingsmechanisme

• Deze luchtaangedreven membraanpompen scheiden de vloeistofkamer van de luchtkamer in de pomp.
• Inlaat- en uitlaatluchtkleppen regelen de stroom perslucht naar de luchtkamer van de pomp. Wanneer de pomp in rust is, bevinden beide membranen zich in een ontspannen toestand en is de inlaatklep open terwijl de uitlaatklep gesloten is.
• Om de pompcyclus te starten, wordt er perslucht in de luchtkamer achter een van de membranen gebracht. Hierdoor buigt het diafragma naar binnen, waardoor er een vacuüm ontstaat in de vloeistofkamer. Het vacuüm zuigt vloeistof in de pomp via de inlaatterugslagklep.
• Terwijl één membraan naar binnen buigt en vloeistof aanzuigt, zet het tegenoverliggende membraan tegelijkertijd naar buiten uit, waardoor de vloeistof via de uitlaatterugslagklep naar buiten wordt gedrukt. Deze beweging creëert een pulserende vloeistofstroom.
• Zodra het eerste membraan zijn binnenwaartse slag heeft voltooid en de vloeistof is afgevoerd, wisselen de luchtkleppen van positie. De inlaatklep sluit en de uitlaatklep gaat open, waardoor perslucht op het tweede membraan kan inwerken.
• Het proces herhaalt zich terwijl het tweede diafragma naar binnen buigt, waardoor een vacuüm ontstaat om meer vloeistof aan te zuigen, terwijl het eerste diafragma de eerder aangezogen vloeistof naar buiten duwt. Door deze afwisselende werking ontstaat er een continue vloeistofstroom.
• Het dubbele membraanontwerp zorgt voor balans en symmetrie in het pompproces. Terwijl het ene membraan samentrekt, zet het andere uit, waardoor spanning en slijtage op de membranen wordt geminimaliseerd en een soepele en consistente stroom wordt verkregen.