Protocollen voor het testen van de pasvorm van het ademhalingsapparaat
Het gebruik van goed passende ademhalingstoestellen is een belangrijke veiligheidsoverweging voor werknemers in gevaarlijke omgevingen. Testen van de pasvorm van het ademhalingstoestel zorgt voor een goede afdichting op het gezicht van een gebruiker om de gebruiker te beschermen tegen lekkage van verontreinigingen of schadelijke ziekteverwekkers in de omgeving. De aanwezigheid van gezichtshaar kan er ook voor zorgen dat ademhalingstoestellen gaan lekken. Alle ademhalingstoestellen moeten jaarlijks vóór het eerste gebruik op hun geschiktheid worden getest. OSHA erkent twee brede categorieën van geschiktheidstesten:
- Kwantitatieve fittestprotocollen: Allegro kwantitatieve pasvormtesten omvatten het proces van het meten van de nauwkeurige hoeveelheid lekkage in nauwsluitende gelaatsmaskers. De uitrusting bestaat uit een gelaatsstuk dat is bevestigd aan een sonde en via een slang is aangesloten op de meetmachine.
- Kwalitatieve fittestprotocollen: Allegro kwalitatieve fit-testen zijn een methode om te slagen of te falen die berust op de gepersonaliseerde sensorische (irritatie/smaak/geur) reactie van de gebruiker (die het masker draagt) op specifieke testmiddelen zoals isoamylacetaat (Isopentylacetaat of bananenolie), zoet (saccharine ), bitter (Denatonium Benzoate) en irriterende rook (HCl en Sn).